Je begint niet zomaar te boren. Eerst doe je seismisch onderzoek in een gebied waarvan je denkt dat daar olie of gas kan zitten. Je denkt dat omdat er bepaalde geologische structuren zijn die dat mogelijk maken. Als er bijvoorbeeld vroeger oceaan was en daarna alles bedekt werd met zand. In dat gebied ga je dan ‘seismiek schieten’. Wat is dat? Een soort echo van de ondergrond. Op die echo kun je zien of er koepels of holtes zijn waar gas onder ‘gevangen’ kan zitten.
Op die plekken ga je dan voorzichtig een gat boren om te zien of er olie of gas uitkomt. Op land kun je gewoon een boortoren neerzetten. Waarom een toren? Omdat je een hele lange buis nodig hebt om heel diep naar beneden te kunnen boren. Op zee wordt zo’n boortoren gemonteerd op een boorplatform. Soms staat zo’n platform vast op de bodem van de zee. Dat kan als de zee niet te diep is, zoals de Noordzee. Soms wordt er op grote diepte geboord en dan gebruikt men een drijvend platform wat d.m.v. motoren en GPS-navigatie heel precies boven het boorgat wordt geplaatst.